De onthulling van Oblivion Remastered door Bethesda deze week liet me versteld staan. De reis door Tamriel uit 2006, ooit gekenmerkt door eigenaardige, lage-resolutie personages en wazige graslanden, is nu de visueel meest indrukwekkende Elder Scrolls-titel tot nu toe. Eerdere remasters zoals Mass Effect Legendary Edition en Dark Souls Remastered voelden vaak te dicht bij hun originelen, dus het zien van de Imperial City, waar ik bijna twee decennia geleden ronddwaalde, herboren in Unreal Engine 5 met ray tracing, was bijna surrealistisch. Naast de visuals biedt de game verbeterde gevechten, verfijnde RPG-systemen en talloze kleine verbeteringen. Dit bracht me aan het twijfelen of Bethesda en ontwikkelaar Virtuos het verkeerd hebben gelabeld—dit is toch zeker een Oblivion Remake, niet slechts een remaster?
Ik was niet de enige met deze gedachte. Fans overal noemen het een remake, en zelfs Bruce Nesmith, een hoofdontwerper van de originele Oblivion, suggereerde dat “remaster” de omvang niet volledig dekt. Toch maakt uren gameplay het onderscheid duidelijk: Oblivion Remastered mag dan schitteren als een remake, de kern speelt als een remaster.
Het remake-achtige uiterlijk komt voort uit de uitgebreide inspanningen van Virtuos: elk element, van bomen tot zwaarden tot vervallen forten, is volledig opnieuw opgebouwd. Het resultaat is een game die voldoet aan moderne grafische standaarden, met verbluffende texturen, dynamische belichting en een nieuw fysicasysteem dat elke pijl en slag tastbaar maakt. NPC’s, hoewel vertrouwd, zijn volledig opnieuw vormgegeven, zonder de gedateerde look van 2006. Deze revisie roept niet alleen nostalgie op—het biedt een visuele ervaring die kan doorgaan voor een titel uit 2025. Had ik het gezien voordat geruchten opdoken, dan had ik het misschien aangezien voor The Elder Scrolls 6.
De upgrades gaan verder dan visuals. Gevechten voelen nu zwaar, met zwaardslagen die echte impact hebben. Een functionele third-person camera, compleet met een vizier, versterkt de immersie. Menu’s, van queestelogs tot dialogen en minigames zoals slotenkraken en overtuigen, hebben strakke, bijgewerkte interfaces. Het logge originele levelsysteem is vervangen door een soepelere mix van Oblivion- en Skyrim-mechanieken. En ja, sprinten is eindelijk aanwezig. Met zulke uitgebreide veranderingen is het verleidelijk om dit een remake te noemen.
De discussie draait om semantiek, niet alleen om omvang. De industrie mist duidelijke definities voor “remake” en “remaster,” en uitgevers gebruiken de termen losjes. Rockstar’s Grand Theft Auto trilogie “Definitive Edition” remasters zijn onmiskenbaar gedateerd, met opgeschaalde texturen en moderne belichting. Toch biedt de Crash Bandicoot N. Sane Trilogy, ook een remaster, volledig nieuwe visuals die modern aanvoelen. Remakes zoals Bluepoint’s Shadow of the Colossus en Demon’s Souls herscheppen hun originelen getrouw vanaf nul, terwijl Resident Evil 2 de kerninteracties herziet. Final Fantasy 7 Remake en Rebirth daarentegen herzien vrijwel elk aspect van het origineel. Deze voorbeelden delen het “remake”-label, maar verschillen enorm in aanpak.
Historisch gezien impliceerde een remake een volledige herbouw in een moderne engine, terwijl een remaster beperkte upgrades binnen het originele kader betekende. Dat onderscheid vervaagt. Een moderne remaster kan een visuele revisie met kleine gameplay-aanpassingen omvatten, met behoud van het originele ontwerp. Een remake daarentegen herziet de game volledig. Volgens deze logica neigen Demon’s Souls en de aankomende Metal Gear Solid: Delta naar remasters, terwijl echte remakes aanvoelen als frisse interpretaties van oude concepten.

Dus, is Oblivion een remake of een remaster? Speel het een uur, en het antwoord is duidelijk: het is een remaster. De oogverblindende Unreal Engine 5-visuals en ray tracing creëren een moderne façade, maar de kern van de game—de systemen, eigenaardigheden en structuur—blijft geworteld in 2006. Bethesda legde uit: “We hebben elk element zorgvuldig verbeterd, maar het hart blijft onveranderd. Het is een game uit een ander tijdperk en moet zo aanvoelen.”
Dat tijdperk schijnt door in talloze manieren: laadschermen achter bijna elke deur, een verwarrend overtuigingsminigame dat ondanks de opfrisbeurt losgekoppeld aanvoelt, stadsontwerpen die meer op decors lijken dan op levende centra, en NPC’s die bewegen en spreken met een onhandige, robotachtige charme. Gevechten, hoewel verbeterd, missen nog steeds precisie. De game behoudt zelfs zijn kenmerkende bugs, liefdevol bewaard als deel van zijn eigenzinnige erfenis.
Recente titels zoals Obsidian’s Avowed tonen hoe ver RPG’s zijn gekomen, met vloeiende gevechten en belonende verkenning die Oblivion’s heuvels en grotten gedateerd doen aanvoelen. Toch blijft Oblivion Remastered boeien. De open velden bruisen van mysteries, de dynamische goblin-oorlogen en rijke queesten overtreffen Skyrim’s repetitieve kerkers, en de spelersvrijheid voelt verfrissend onbeperkt. Maar de dialogen missen nuance, de systemen sluiten niet naadloos aan, en het levelontwerp—grotten, kastelen en Oblivion’s rijken—voelt oud. Een remake zou deze elementen moderniseren; dit project viert ze zoals ze zijn, wat de Remastered-titel rechtvaardigt.
In films zijn remakes nieuwe producties met nieuwe casts en scripts, terwijl remasters bestaande werken verbeteren naar moderne standaarden. Een 4K-restauratie van Jaws of The Godfather ziet er verbluffend uit maar blijft onmiskenbaar jaren ’70. Oblivion Remastered weerspiegelt dit, door visuals naar nieuwe hoogten te tillen met een moderne engine terwijl het zijn jaren 2000-essentie behoudt. Virtuos’ uitvoerend producent, Alex Murphy, zei het treffend: “De Oblivion-engine is het brein, Unreal 5 het lichaam, dat een geliefde ervaring tot leven brengt.”
Oblivion Remastered maakt zijn naam waar, en dat is geen kritiek. Het zet een nieuwe standaard voor remasters, en overtreft bij lange na teleurstellende pogingen zoals Mass Effect Legendary Edition of Grand Theft Auto: The Trilogy. Met zorg gemaakt, combineert het remake-niveau visuals met het hart van een remaster, en behoudt het een klassieker voor zowel fans als nieuwkomers.